De verschillende beeldmanagementstrategieën onder een vergrootglas

Het was in de jaren ’90 dat de transitie naar digitale Radiologie werd gemaakt. Een transitie van ongeveer een decennium lang, die heel wat voeten in de aarde had, maar daarmee wel de trend zette. Al gauw daarna zag je dat er ook buiten de traditionele beeldvormende afdelingen vanuit andere specialismen gebruik gemaakt werd van de nodige PACS-oplossingen. Voor nagenoeg elk specialisme kwam een aparte oplossing met een multi-PACS omgeving als gevolg. Toen ongeveer 15 jaar geleden de zogenaamde PACS2 -oplossing haar intrede deed in de Nederlandse ziekenhuizen. PACS2 als geconsolideerd beeldmanagementsysteem voor medische beelden die geproduceerd en verzameld worden buiten de traditionele beeldvormende afdelingen zoals Radiologie en Nucleaire Geneeskunde. Deze draaide nog altijd naast het traditionele Radiologie PACS1 en had een vergelijkbare functie bij acquisitie, workflow, opslag en ontsluiting van de medische beelden geproduceerd door de overige specialismen. Als we dan kijken naar de ontwikkelingen van vandaag, waarbij ook Pathologie digitaliseert en een verschuiving plaatsvindt van on premise naar steeds meer cloudoplossingen is de verwachting dat dat ook weer nieuwe inzichten en een nieuw perspectief zullen brengen op het onderwerp. 

 De stap naar verdere digitalisering van het beeldmanagement brengt met zich mee dat er ook steeds meer op tactisch en strategisch niveau over dit onderwerp wordt nagedacht. Met een verschuiving naar steeds meer netwerkgeoriënteerde zorg en meer aandacht voor schaars zorgpersoneel, gaat de discussie vandaag niet meer alleen maar over hoe de informatievoorziening efficiënter kan worden ingericht, maar juist ook over hoe er binnen de organisatie omgegaan wordt met medische beeldinformatie en hoe de informatievoorziening daar passend op afgestemd kan worden. Diverse beeldmanagementstrategieën deden toen ook hun intrede waarvan wij er drie varianten van uitlichten.  

1. Deconstructed PACS
Deze visie heeft een zogenaamde best-of-breed benadering en gaat uit van een deconstructie van het PACS in een aantal hoofdcomponenten waaronder archief, broker, workflow, diagnostic viewing en non-diagnostic viewing. Met het uitgangspunt dat elk product excelleert in een bepaald onderdeel kun je met een deconstructed benadering komen tot een multi-vendor superPACS-samenstelling, bestaande uit de beste componenten die op de markt voorhanden zijn.    

2. Enterprise PACS
Met een enterprise visie streeft een organisatie na álle medische beeldinformatie onder te brengen in één PACS, de zogenaamde Best-of-Suite benadering. Vaak is dit een totaalproduct van één leverancier. Met een centrale plek, waar alle medische beeldinformatie wordt verzameld, wordt één toegangspunt gecreëerd voor de ontsluiting van data, zowel binnen de muren van de organisatie, alsook naar buiten. Vanuit beheersbaarheid (geen omkijken naar interoperabiliteit tussen applicaties) en kostenefficiëntie (één leverancier) is dit aantrekkelijk met aan de andere kant dat je wel gebonden bent aan de beperkingen van die ene partij, waardoor niet al jouw exacte wensen ingevuld kunnen worden.   

3. VNA visie
VNA staat voor vendor neutral archive oftewel een leveranciersonafhankelijk archief. Waar de decontructed strategie uitgaat van een volledige deconstructie van PACS componenten, wordt er bij de VNA gedachte een duidelijke scheiding gemaakt in specialistische componenten zoals workflow en viewing en generieke functionaliteit zoals archief, broker en non-diagnostic viewing. Met deze strategie wordt door generieke componenten bij het VNA onder te brengen, waar de archieffunctie het belangrijkste van is, ook één toegangspunt gecreëerd voor de ontsluiting van data. Echter is bijkomstig voordeel van deze strategie ten opzichte van de Enterprise strategie, dat er niet ingeleverd hoeft te worden op functionaliteit voor een vlotte en optimale workflow en de juiste specialistische tools voor diagnostiek. De specialistische componenten kunnen worden ondergebracht in één specialistisch product, die leveranciersonafhankelijk haar output kan archiveren naar het VNA.  

 Wat houden deze visies en strategieën nou precies in en wat zijn daarbij de overwegingen van vandaag om voor het ene of het andere kiezen, rekening houdend met de actuele beeldmanagementthema’s zoals beeldbeschikbaarheid, kunstmatige intelligentie, maar ook de voortdurende ontwikkelingen in medische beeldvorming, ook buiten de traditionele beeldvormende afdelingen. We brengen het aan de hand van een tabel in kaart. Deze is te vinden bij dit artikel in de Kennisbank van Imagrs. 

Meer weten?

Neem dan contact met ons op.

Contact